Pastor wat krijgen we nou? Gaat u ook al meedoen aan de ‘vervuiling’ van onze taal? Neen, schrikt u niet, ik zal het uitleggen. Het zal alweer zo’n 55 jaar geleden zijn, ik was nog student in de theologie aan de KTHA in Amsterdam en woonde op kamers bij de Broeders van Maastricht, dat ik op een zekere dag werd uitgescholden door iemand voor ‘Vieze vuile Turk’. Nou ben ik geen Turk, maar een geboren Amsterdammer. Wel zag ik er op dat moment wat smerig uit, want ik kwam juist terug van een stage in mijn pastorale opleiding in de haven van de stad.

Wij moesten daar namelijk ervaren wat het betekende om contacten te hebben met personen die werkten in de haven: als pastor moest je van alle markten thuis zijn. Ik was geschokt en gegriefd door deze scheldwoorden, kan ik eerlijk bekennen. Het kon als grapje bedoeld zijn, maar zo verstond ik het toen toch niet. Misschien ben ik er extra gevoelig voor vanwege mijn achtergrond. Mijn overgrootvader van moederskant was namelijk een Italiaan en kwam rond 1840 uit Piemonte (Noord-Italië) naar Nederland. Precies de reden weet ik niet, waarschijnlijk om een baan te zoeken. Hij trouwde hier met een Nederlandse vrouw en uit dit huwelijk is de vader van mijn moeder (opa) geboren. Zowel mijn opa als mijn moeder, haar broers en zus zijn geboren Amsterdammers. Hun achternaam was natuurlijk Italiaans: Antonioli. Ik heb geen herinnering aan mijn moeder, want zij stierf in het kraambed met een doodgeboren kind toen ik vier jaar oud was.

Haar foto hangt achter mijn bed en ik zie dat ik een kind van haar ben: de gelijkenis is nog steeds treffend. In mijn jongere jaren was ook de kleur van mijn haar zwart. Voor mijn nog ‘levende’ oudere zus geldt hetzelfde. Er zijn zelfs mensen, die denken dat wij Italianen zijn. Gelukkig is het met ons gezin erg goed gekomen: mijn vader is hertrouwd met een lieve nieuwe moeder en ik heb nog zes broers en zussen erbij gekregen (van dezelfde vader). Het direct voorafgaande laat ik u weten, naar aanleiding van het eerder genoemde scheldwoord ‘Vieze vuile Turk’. Helaas moet ik steeds meer constateren vooral via de massamedia, dat respect voor iemands achtergrond nogal eens ontbreekt. Woorden als ra-cisme en discriminatie zijn misschien nog te groot, maar het gezegde ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dit ook een ander niet’, is voor mij nog altijd een lijfspreuk. En dat in vele situaties. Het is geen preek, maar wel een hartenkreet!

Pastor Jan Adolfs

Vergelijkbare berichten